De Cortiçada-legende
De Cortiçada-legende is een volksverhaal uit de regio Beira Baixa, in Portugal, geassocieerd met de stad Proença-a-Nova. De legende vertelt het verhaal van een dromerig volk dat leefde in een land genaamd Cortiçada, bekend om zijn overvloed aan kurk.
Volgens de legende bewonderden de inwoners van Cortiçada de maan zo erg dat ze besloten een toren te bouwen om deze te bereiken. Op de plaats van Oliveirinhas da Serra begonnen ze kurklagen op te stapelen, die in de regio overvloedig aanwezig waren. De bouw van de toren vorderde langzaam, waarbij arbeiders op en neer bewogen en de kurklagen steeds hoger stapelden.
Toen de toren bijna voltooid was en er nog maar één kurklaag over was om de maan te bereiken, realiseerden de bouwers zich dat er in de hele provincie geen stukken kurk meer beschikbaar waren. In een moment van inspiratie stelde iemand voor om een kurklaag van de basis te verwijderen en er bovenop te plaatsen. Deze actie zorgde er echter voor dat de toren volledig instortte.
De legende eindigt met iemand, zogenaamd uit het naburige Sobreira Formosa, die sarcastisch uitroept: "Daar gaat de cortiçada!". Dit verhaal weerspiegelt de dromerige en ondernemende geest van de inwoners van de regio, ondanks het mislukken van hun ambitieuze onderneming.
Gemeenteraad van Proença-a-Nova
Sculptuur van Carlos Farinha
Momenteel is een beeldhouwwerk van Carlos Farinha in Largo da Devesa in Proença-a-Nova een eerbetoon aan deze legende. Het werk toont een kind dat de laatste kurklaag op de top van de toren vasthoudt, wat de volharding van de droom en de steun van de gemeenschap symboliseert.
Als gevolg van deze legende worden de inwoners van Proença-a-Nova soms "corticolas" of "corticeiros" genoemd, terwijl de buren van Sobreira Formosa de bijnaam "cascarros" krijgen, verwijzend naar het slechtste deel van de schors van de kurkeik.